Vandaag stond de telronde van mijn tweede MUS-wijk op het programma. De zon kwam rond 6:30 op, dus mijn doel was om rond 6:00 op telpunt 1 te staan. Dat is gelukt, de wekker stond om 5:25 en dat is best vroeg natuurlijk ;). Gelukkig was het droog, nog wel wat wind maar niet zoveel als de afgelopen dagen. Het nadeel van deze wijk (of eigelijk is het een postcodegebied) is dat de punten ver uit elkaar liggen. Zeker het eerste punt ligt op een onlogische plek. Punten verplaatsen kan niet omdat het gebied al een aantal jaren is geteld en dat je, als je de telpunten gaat verplaatsen, niets meer aan je historische gegevens hebt. Logisch ook wel.
De punten liggen ook niet logisch op een route. Vorig jaar was het nog even zoeken waar al die punten liggen. Dit jaar kon ik al bijna blindelings naar de punten toe fietsen.
Op elk punt moet je dus alle vogels tellen me terreinbinding die je hoort en ziet. Het voelt echt goed om te merken dat er maar zelden een vogelgeluid meer is dat ik niet ken. Dat is het voordeel van in de wijk tellen. Dat zijn de doorsnee soorten. Twee keer ben ik verrast deze ochtend. Een braamsluiper en staartmees waren de bijzonder soorten voor me. De braamsluiper heb ik alleen gehoord. Ik had de geluidsapp meelopen ter controle en die registreerde gelukkig wat het was. Bij thuiskomst heb ik die nog gecontroleerd. Tijdens de vijf minuten telling laat ik op sommige punten ‘Merlin Bird ID‘ altijd meelopen ter verificatie, in dit geval nuttig dus.
Ook zag ik nog een groepje halsbandparkieten, gelukkig vlogen ze door want als die geluid gaan maken hoor je geen andere vogels meer 😀.
Wat gegevens van de telling:
ronde 1 op 21-4 van 06:06 t/m 07:49
In totaal 37 soorten waargenomen 223 exemplaren
Lees hier alles over de telprojecten waar ik aan deelneem.
Meer informatie over de MUS telproject:
Meetnet Urbane Soorten